De arbeidsvoorwaarden in Nederland zijn de afgelopen jaren steeds meer onder druk komen te staan. Om eerlijke concurrentie tussen bedrijven te bevorderen en een fatsoenlijke beloning voor de werknemer te waarborgen, werd het wetsvoorstel Wet aanpak schijnconstructies ingediend.
Een van de speerpunten van dit wetsvoorstel was het bestrijden van ontduiking van het (minimum)loon. Enerzijds kondigde de minister een civielrechtelijke ketenaansprakelijkheid voor betaling van loon aan, die inmiddels in het Burgerlijk Wetboek is opgenomen. Anderzijds werd een bestuursrechtelijke ketenaanpak geopperd, maar in tegenstelling tot de civielrechtelijke equivalent is deze vooralsnog niet in werking getreden en is het de vraag of deze er überhaupt nog gaat komen.
In dit boek worden zowel de civielrechtelijke ketenaansprakelijkheid voor betaling van loon als de bestuursrechtelijke ketenaanpak besproken en becommentarieerd. De auteur gaat daarnaast in op de reeds bestaande mogelijkheden om andere schakels van de keten dan de directe werkgever aan te spreken in geval van onderbetaling.