Misbruik van het identiteitsverschil tussen rechtspersonen wordt in de rechtsliteratuur wel getypeerd als 'misbruik van de rechtspersoonlijkheid' of 'misbruik van rechtspersonen'. Misbruik van de exclusieve aansprakelijkheid die voortvloeit uit het identiteitsverschil, is niet alleen een bijzondere vorm van misbruik van het identiteitsverschil maar ook een bepaald type van crediteursbenadeling.
In diverse rechtsstelsels kan, in bepaalde gevallen van misbruik van het identiteitsverschil, met bijzondere middelen het identiteitsverschil tussen rechtspersonen worden weggedacht. In het Rainbow-arrest (HR 13 oktober 2000, NJ 2000/698) oordeelde de Hoge Raad echter dat een crediteur bij misbruik van het identiteitsverschil in de regel zijn toevlucht zal moeten zoeken tot een actie uit onrechtmatige daad en dat het wegdenken van het identiteitsverschil enkel in uitzonderlijke omstandigheden de aangewezen vorm van redres is. Niettemin blijkt een klassiek middel als de onrechtmatige daadactie in de praktijk niet in alle gevallen goed bruikbaar om op te komen tegen misbruik van het identiteitsverschil. In dit boek wordt beoordeeld:
1. of, en zo ja, wanneer er, bij misbruik van het identiteitsverschil, binnen en buiten faillissement in het Nederlandse civiele aansprakelijkheidsrecht behoefte is aan en plaats is voor het wegdenken van het identiteitsverschil (door vereenzelviging); en
2. hoe deze rechtsfiguur zich verhoudt tot de onrechtmatige daadactie, de (Faillissements)pauliana en het beroep op schijnhandelen.
Deze publicatie is bedoeld voor juridische professionals, zoals rechters, advocaten, curatoren, bedrijfsjuristen en met de invordering van bestuursrechtelijke geldschulden belaste bestuursorganen, die zich nader willen verdiepen in de factoren bij, de (hoofd)-varianten van en de middelen tegen crediteursbenadeling die gepaard gaat met misbruik van het identiteitsverschil.
over de auteur
Mr. dr. J. (Jan) Elbers is werkzaam bij het Ministerie van Financiƫn.