De maatschappelijke rol en verantwoordelijkheid van banken en andere financiële dienstverleners vormt in toenemende mate een punt van discussie. De financiële crisis, die ontstond na de val van de Amerikaanse investeringsbank Lehman Brothers in 2008, vereist een grondige herbezinning op de waarden en normen in de financiële sector.
Deze multidisciplinaire studie richt zich op de aansprakelijkheid van bestuurders van financiële instellingen, corporate governance en financiële ethiek. Vanuit deze invalshoeken worden de handel met voorwetenschap, marktmanipulatie, kartelvorming en misbruik van een economische machtspositie besproken.
Ten aanzien van financiële instellingen en hun bestuurders is in de praktijk sprake van een dubbele normstelling: de bepalingen uit de financiële toezichtswetgeving enerzijds en de beginselen inzake goed ondernemingsbestuur uit de Nederlandse Corporate Governance Code en de Code Banken anderzijds. Hiernaast speelt financiële ethiek een belangrijke rol bij de behandeling van de integriteit, betrouwbaarheid en zorgplichten van bestuurders van financiële instellingen.
De betrokkenheid van de Rabobank bij het Libor-schandaal en het daaropvolgend aftreden van de CEO zijn illustratief voor de misstanden in de financiële sector en tevens voor wie hier uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor dragen. Bestuurders vormen de eerste en belangrijkste verdedigingslinie tegen integriteitsschendingen en wetsovertredingen. Zij dragen de eindverantwoordelijkheid voor het tot stand brengen en waarborgen van een integere en beheerste bedrijfsvoering.