Zelfbewust maakt Wilhelmina van Pruisen in 1767 haar opwachting in de Republiek, als bruid van de onzekere stadhouder Willem V. Na verloop van jaren bemoeit Wilhelmina zich actief met de politiek. Tegenstanders noemen haar Jesabel, aanhangers zien haar als Moeder des Vaderlands. Als patriotten haar tegenhouden nabij Goejanverwellesluis roept Wilhelmina de hulp van haar broer, koning van Pruisen, in. De restauratie gaat gepaard met zuiveringen en Wilhelmina’s populariteit daalt. Na de Franse inval vlucht het Oranjegezin naar Engeland. Later draagt Wilhelmina vanuit Duitsland bij aan het ontstaan van het nieuwe koninkrijk. Gedetailleerd en met passie beschrijft historicus Maarten-Jan Dongelmans het leven van deze opmerkelijke vrouw.