In 1939 organiseert de joodse Duits-Franse fotografe Gisèle Freund (1908-2000) in Parijs haar eerste tentoonstelling van schrijversportretten. In datzelfde jaar volgt in Parijs haar eerste Europese tentoonstelling van de Mexicaanse kunstenares Frida Kahlo (1907-1954).
Freund weet in 1940 naar Argentinië te vluchten. Als medeoprichter van het fotocollectief Magnum werkt zij de jaren erop in heel Zuid-Amerika. In 1950 is ze in Mexico voor een lezing. Ze raakt hecht bevriend met Frida Kahlo en Diego Rivera en blijft er twee jaar.
Freund maakt Kahlo mee in een kritieke periode, waarin zij talloze operaties krijgt en voorgoed in een rolstoel belandt. Freunds indrukwekkende fotoserie van Kahlo kwam pas aan het licht bij de herontdekking van haar werk in de jaren 1980 en 1990. Hun verhouding bleef verborgen.