In het Suriname van de jaren zestig is Parmeswar Gowricharn een gerespecteerde goudsmid met een tevreden klantenkring. De verhuizing naar een andere wijk die een stap hogerop zou moeten betekenen, zorgt juist voor problemen. Afgesneden van zijn sociale kapitaal en zijn familie, wordt het voor de goudsmid steeds moeilijker om aan werk te komen en hij raakt verslaafd aan alcohol. Hoe reageert de Hindostaanse gemeenschap, waarin maatschappelijk aanzien en succes zwaar wegen, op deze sociale daling? Hoe reageren de gezinsleden? Ruben Gowricharn, zoon van de goudsmid, toetst de marginalisering van zijn ouderlijke gezin aan sociaaleconomische theorieën en legt een geschiedenis bloot van incasseringsvermogen en veerkracht.