Een Javaans ‘troostmeisje’, een Japanse kampcommandant, een Indo-Europese krijgsgevangene aan de Birmaspoorlijn, een Hollands meisje in een jappenkamp. In Prikkeldraad en bamboesperen laat Bruni Adler in 37 openhartige interviews de laatste stemmen horen van hen die de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende dekolonisatiestrijd in Indonesië meemaakten.
In haar werkwijze maakt de schrijfster zich ondergeschikt aan de herinneringen van anonieme slachtoffers die in tegenstelling tot de heldendaden van overwinnaars na de oorlog maar al te snel vergeten worden.