Het Westland, sinds de 18e eeuw dé tuinbouwstreek van Nederland, kent een rijke geschiedenis. Bewoningssporen gaan terug tot de Steentijd. In de Romeinse Tijd was het Westland, gunstig gelegen aan de Maasmond en aan het kanaal van Corbulo, een dichtbevolkt gebied. Tijdens de Gouden Eeuw kwam het grootste deel van het Westland in het bezit van Oranje: de prinsen waren heer van Monster, Naaldwijk, Wateringen en ’s-Gravenzande. In het lustoord, dat het Westland in de 18e eeuw was, verschenen tientallen buitenplaatsen. Honderd jaar later werd het Westland de ‘tuin van Europa’, met druiven en tomaten als belangrijke exportproducten. Ook vandaag is de tuinbouw nog steeds de economische motor van de streek.
Over het Westland zijn in de loop der jaren honderden artikelen en boeken verschenen, maar die gingen altijd over een bepaald thema, een bepaalde plaats of over een bepaalde periode in de geschiedenis van de streek. Er was tot nu toe echter nooit een boek verschenen dat de hele geschiedenis van het Westland behandelt, een boek waarin alle relevante onderwerpen, plaatsen en tijdvakken in chronologische volgorde en in hun onderlinge samenhang worden gepresenteerd, van de prehistorie tot nu. Dat boek is er nu.