De zee is wonderlijk, immens en mysterieus. Spiegelglad of woest, verontrustend en verraderlijk. Door de eeuwen heen is de aantrekkingskracht van zee op de mens ingrijpend groot. De oneindigheid van de zee intrigeert en vandaar dat er spelenderwijs fantastische en bizarre vertellingen over het wel en wee van de oceanen zijn ontstaan. Rondtrekkende vertellers verzinnen vertelsels over oneindige diepten. Zij verhalen onder andere over sirenes wiens liederen zeelieden de dood insturen. Geen wonder dat de gelovige en bijgelovige zeeman voortdurend worstelt met de mysteries van de zee. Geloof en bijgeloof op zee verhaalt over schepen die het zeegat uitvaren op weg naar het onbekende. Velen keren terug, velen niet. Opgeslokt door de geheimen van de zee waarin het krioelt van de monsters, meerminnen, sirenen, nereïden en cyclopen. Een bont volkje dat leeft onder het bewind van de koning van de zee Neptunus wiens paleis zich op de diepe zeebodem verheft. Geloof en bijgeloof vertelt over Neptunus, watervrouwen, zeemonsters, kerk, schip en de dood, wereldlijke zeehelden, sierschepen, de Vliegende Hollander, luchtspiegelingen en de Bermudadriehoek en diept het verschil tussen geloof en bijgeloof uit. En wie denkt dat de zee tegenwoordig geen geheimen meer heeft komt bedrogen uit. Diep in de zee speelt zich nog steeds van alles af. Zaken waar de mensheid nooit maar dan ook nooit weet zal hebben.