Waar mijn brood is, is mijn vaderland is niet alleen een studie naar het dagelijkse leven van de Nederlandse arbeidsmigranten, maar ook een familiegeschiedenis. Cornelis Broertjes (1869-1942), de grootvader van de auteur, was één van de Nederlandse arbeiders die naar het Ruhrgebied trok. Duizenden Nederlanders werkten voor kortere of langere tijd in Duitsland. De meesten vonden werk in het Ruhrgebied, niet alleen bij de staalfabrikanten, maar ook op het platteland. Het boek geeft antwoord op de vraag waarom zij hun heil zochten over de grens.