Erasmus staat in wetenschappelijke kringen nog steeds volop in de belangstelling. Vrijwel jaarlijks verschijnen er nieuwe studies over hemzelf en zijn werk. Vooral in herdenkingsjaren zien dikwijls meerdere monografieën of bundels het licht. Het betreft zowel wetenschappelijke studies, die bepaalde (deel)aspecten van Erasmus’ leven en werk onder de loep nemen, als ook populair-wetenschappelijke publicaties die wat algemenere kennis over hem voor een wat groter publiek toegankelijk maken.
Dit boek behoort tot die laatste categorie. Het is een waardevolle aanvulling op alle studies die tot nu toe over de grote humanist zijn verschenen, omdat de auteur – die diverse publicaties over Erasmus op haar naam heeft staan – Erasmus in zijn eigen wereld en zijn eigen tijd plaatst, tussen zijn vrienden en zijn collega-humanisten in. Uiteraard is de focus op de grote humanist zelf gericht, maar de context waarin hij leefde en werkte krijgt veel aandacht. Op deze manier wordt Erasmus als kind van zijn tijd gepresenteerd en wordt zijn werk beschouwd tegen de achtergrond van zijn ontstaansgeschiedenis. Hij komt ons zodoende dichterbij, omdat we hem in zijn eigen wereld ontmoeten.
In zestien hoofdstukken worden onder andere de historische achtergrond besproken, de portretten die er van Erasmus zijn gemaakt door bekende kunstenaars van zijn dagen; zijn Lof der Zotheid en een aantal andere werken worden onder de loep genomen, evenals zijn houding tegenover de reformatie, zijn vriendschap met Thomas More en andere humanisten, de drukkers met wie hij contact had en de erfenis die hij zijn tijdgenoten en ons heeft nagelaten.
Een ‘aangeklede jaartallenlijst’ en een beredeneerde bibliografie sluiten het boek af.