Uit het voorwoord:
Karels Snippers vormen een dagboek over de stand van zaken in onze maatschappij. Hij voegt binnen het raamwerk van theoretische en praktische psychoanalytische kennis een extra dimensie toe aan het analyseren. Hoe hij het doet is mij een raadsel, maar hij vangt op verschillende maatschappelijke terreinen, uit allerlei openbare bronnen, de afwijkingen van bestaande routines op en neemt originele persoonlijke standpunten in. Altijd open, bedachtzaam en doorvoeld. Hij eert het kleine leed, maar schuwt de grotere problemen niet. Hij volgt het vaste patroon van een inleiding met een situatieschets, gevolgd door aanvullende media-uitingen, opmerkingen van collega’s, waarna een afsluitende reactie van hemzelf volgt.
Als je er zo naar kijkt dan is zijn manier van werken een afspiegeling van het werken met analysanten, maar dan met de hele maatschappij op de bank. Of geeft hij ons inzicht in zijn eigen binnenwereld? Kan daarmee de hele serie Snippers gelezen worden als een zelfanalyse of misschien een autobiografie? Het zou me niet verbazen. Het Griekse koor van collega’s fungeert in ieder geval als medeanalysanten en geeft Karel de kans de Snippers te verdiepen en tot duidingen te komen.