Op een vrijdagmiddag in 2009 vond de politie het lichaam van de 78-jarige Mathilda Snoek. Zij was door 51 messteken om het leven gebracht. Haar voormalige thuishulp, Michelle Bovenkerk, werd veroordeeld voor de moord.
Biologische sporen van Michelle werden op allerlei plekken in Mathilda's huis aangetroffen, soms vermengd met bloed. Volgens Michelle had zij die sporen achtergelaten toen zij de dag voor de moord bij Mathilda op bezoek was geweest of toen zij een tijdje daarvoor nog bij Mathilda had schoongemaakt. Dat zei allemaal niet zoveel.
Maar er was meer. Michelle had op die vrijdagochtend om onduidelijke redenen de boodschappenbezorgdienst van Mathilda afgebeld. En ze deed verdachte uitspraken tegen familieleden. Tijdens het hoger beroep legde Michelle uit dat zij had geprobeerd de schuld naar zich toe te trekken omdat zij werd bedreigd door Mathilda's onderbuurman. Hij zou volgens haar de moord hebben gepleegd.
In het Project Gerede Twijfel werd de veroordeling van Michelle onderzocht. Wij vergeleken een moordscenario, een diefstalscenario en een schoonmaakscenario. Bij welk scenario past het bewijs het beste?