In januari 2002 verdween drugshandelaar Patrick van Dillenburg. Sindsdien is er niets meer van hem vernomen. Jarenlang keek de politie niet naar zijn verdwijning om, totdat na vijftien jaar, uit het niets, een undercoveroperatie tegen Ad K. begon. Die operatie ging door totdat de politie van hem een bekentenis had gekregen, afgelegd tegen een ‘crimineel’ die werd gespeeld door een politieagent. Ad werd in hoger beroep veroordeeld voor moord op Patrick van Dillenburg. Hij zou zijn lichaam met een takkenversnipperaar tot grut hebben gemaakt en op een bollenveld hebben uitgestrooid. De veroordeling roept vooral veel vragen op: is Patrick wel dood of leeft hij tegenwoordig in een zonnig land? Is Ad wel een voor de hand liggende moordenaar? Moet de bekentenis van Ad wel worden vertrouwd? En heeft de politie wel goed onderzoek gedaan?
In dit boek wordt een analyse gegeven van al het relevante bewijs in de zaak tegen Ad K. en de mogelijke scenario’s over wat Patrick is overkomen. Die analyse levert, in het licht van de rechterlijke beslissing, op verschillende punten onverwachte resultaten op.