Bij de overheid gaat nogal eens wat fout. Soms is er sprake van grote beleidsfouten, bijvoorbeeld beleidsplannen die niet blijken te werken, stelsels die hun doelen niet halen en programma’s die verkeerd uitpakken. Maar er zijn ook concrete projecten die mislukken. Vaak gaan er zaken mis in de uitvoering. De ernst van de fouten kan nogal uiteenlopen. Ook worden sommige fouten uitvergroot, terwijl andere juist worden gemaskeerd. Soms is een fout bijna onvermijdelijk, bijvoorbeeld omdat bij het maken van beleid niet gelet is op de uitvoerbaarheid. Maar het kan ook gaan om blunders.
‘Dat had niet zo gemoeten’ is een veelgehoorde verzuchting in dit verband. Roel Bekker gaat op basis van een analyse van de voorvallen, maar ook aan de hand van zijn eigen ervaringen als topambtenaar, in op wat er misgaat. Hij beschrijft een groot aantal grote en kleine mislukkingen. Kern van het boek is een verkenning van de oorzaken van wat er fout is gegaan. En dan vooral de achterliggende oorzaken: het politieke systeem, de bureaucratie of de verkokering van de overheid. Of gewoon stommiteiten. In een apart hoofdstuk komt een aantal blundergebieden aan de orde, terreinen of thema’s waarbij het vaker fout gaat dan normaal. Hoe komt dat?
Bij de overheid gaat men ongemakkelijk om met fouten. Ze worden vaak ontkend of gebagatelliseerd. Of juist sterk uitvergroot. Roel Bekker beschrijft een tiental van de meest gebruikte reacties van de overheid, variërend van ‘hoezo, fout?’ tot deemoed en het aanbieden van excuses. Tot slot komt hij met een aantal suggesties ter verbetering.