De Wet op de ondernemingsraden verwacht van de ondernemingsraad dat hij een aantal bevorderende taken uitoefent. Artikel 28 van de WOR somt acht onderwerpen op waar de or in ieder geval deze bevorderende rol dient te spelen: op het gebied van arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden,
arbeids- en rusttijden, werkoverleg, het tegengaan van discriminatie, het bevorderen van gelijke behandeling van mannen en vrouwen, de inschakeling van gehandicapten en minderheden in de onderneming en de zorg voor het milieu. Naast deze wettelijke taak liggen er kansen voor de
ondernemingsraad om op een aantal actuele maatschappelijke thema's een bijzondere stimulerende rol te spelen. Een enkele keer wordt ook expliciet door de politiek aan de medezeggenschap gevraagd om zich op een specifiek punt actief op te stellen.
Deze bevorderende (en bewakende) opdracht is bij veel ondernemingsraden beduidend minder bekend dan het geven van advies of het verlenen van instemming. Toch kan deze opdracht als een derde pijler van het or-werk opgevat worden. Het inzicht breekt steeds meer door dat veel organisatievraagstukken beter op te lossen zijn met het communiceren over en het naleven van bestaand beleid dan met nieuwe beleidsvoornemens. Tijd dus om dit artikel de aandacht te geven die het verdient.
Dit boek is een bundeling van bijdragen van deskundigen die elk hun visie geven op dit wetsartikel.