Verkeersongevallen en IPR biedt een diepgravende en geïntegreerde behandeling van IPR-vragen op het terrein van internationale verkeersongevallen op de weg. In de eerste plaats worden de regels van het Haags Verdrag inzake de op het verkeersongeval op de weg toepasselijke wet van 1971 uitgebreid besproken en inzichtelijk gemaakt, met aan de rechtspraktijk ontleende voorbeelden. Voorts bevat het boek beschouwingen over niet door het Haags verdrag geregelde onderwerpen, waaronder allerhande regres- en subrogatiekwesties, voor zover hierbij particuliere verzekeraars en sociale verzekeringsorganen zijn betrokken. Ten slotte komen problemen van de internationale bevoegdheid van de rechter aan de orde, die specifiek de internationale onrechtmatige daad betreffen. Bij de bespreking van de in dit boek behandelde onderwerpen wordt afgestemd op en een inspiratie geput uit buitenlandse, met name Duitse, Franse en Zwitserse literatuur en rechtspraak.
Dit boek biedt de rechtspraktijk een betrouwbare gids bij de oplossing van vele vragen over verkeersongevallen op de weg met een internationaal element.