Het is algemeen bekend dat de rechtshandhaving niet uitsluitend een strafrechtelijke aangelegenheid is. Er is ook een belangrijke rol weggelegd voor de bestuursrechtelijke handhaving. Dit boek handelt over het gebied waar strafrecht en bestuursrecht elkaar ontmoeten in de rechtshandhaving, namelijk de bestuursstrafrechtspleging. Hierin wordt vanuit een juridisch en sociaalwetenschappelijk perspectief nagegaan hoe verschillende actoren in de bestuursstrafrechtsketen invulling geven aan hun taken en hoe deze zich hebben ontwikkeld, gelet op veranderende verwachtingen in de samenleving over het bestuursstrafrecht. Het gaat om onderzoek naar (ontwikkelingen in) het empirisch functioneren van het bestuursstrafrecht en de bestuursstrafrechtsketen, en naar effecten van bestuursstrafrechtelijke interventies. Bestuursstrafrechtspleging bestaat uit vier verschillende delen. Het eerste deel is een introductie, waarin inzichtelijk wordt gemaakt wat precies wordt verstaan onder bestuursstrafrechtspleging en welke empirische onderzoeksmethoden voorkomen. Het tweede deel handelt over de actoren in de bestuursstrafrechtspleging, namelijk de burgemeester, het Openbaar Ministerie, de boetfunctionaris en de politie. In het derde deel wordt vanuit een juridisch perspectief een overzicht gegeven van het landschap van de bestuursstrafrechtspleging, terwijl in het vierde deel juridischempirische perspectieven centraal staan. De bijdragen in deze bundel zijn geschreven door strafrecht en bestuursrechtjuristen, maar ook door criminologen en bestuurskundigen. Dit boek kan worden gebruikt in het (academische) onderwijs, maar is ook geschikt voor degenen die werkzaam zijn in de praktijk van het bestuursstrafrecht. Dit is een publicatie in de reeks van het Montaigne Centrum voor Rechtsstaat en Rechtspleging, Universiteit Utrecht.