Spel, stoornis en delict gaat in op diverse aspecten van ‘spel’ in relatie tot forensisch psychiatrische patiënten en het werken met hen. Of het nu gaat om wrekend overspel of charmerend eerherstel, om moorddadige hebzucht of narcistische gebakken lucht, het spel eist steeds zijn tol. Aandacht wordt besteed aan de betekenis van spel in onze ontwikkeling. Welke gevolgen heeft het voor hun creativiteit wanneer kinderen niet meer mogen of kunnen spelen? En welke gevolgen heeft dat voor hun vermogen tot samenspel en tot empathische afstemming op medespelers en voor de vorming van hun moreel kompas, volgens welke regels het spel dient te verlopen? De socioloog Katz beargumenteert dat delinquenten geen materiële beloning nastreven, maar de sensuele ervaring van de misdaad zelf. Gaat het vooral om de knikkers of om het spel? In oplichting, diefstal, bedreiging, stalking, brandstichting, parafilie, verslaving, gokken, narcisme en psychopathie zijn spelpatronen te ontwaren, zo wordt uiteengezet in deze bundel.
Spel en speelsheid vormen zowel een centraal, maar tegelijk veronachtzaamd element in de forensische ggz. Zo is ook simulatie te beschouwen als een spel, waar diagnostici, rapporteurs en behandelaars op bedacht moeten zijn.