De vennootschapsbelasting mag gerust de ingewikkeldste van alle belastingen heten. Een wettelijke regeling die zo gedetailleerd en gelaagd is, wordt zelden aangetroffen. Veel fiscalisten hebben niettemin dagelijks met de wet te maken en zoeken hun weg in het doolhof van regels. De belasting is bovendien geregeld in het nieuws en geniet de belangstelling van bedrijfsleven en politiek. De vennootschapsbelasting kan daarom niet in nevelen gehuld blijven. Het mysterie moet worden ontrafeld.
De oorsprong van de vennootschapsbelasting gaat terug tot de negentiende eeuw. Teruggrijpen op die ontstaansgeschiedenis blijkt de sleutel te zijn om de huidige wet beter te verstaan. Er komen tal van redenen aan het licht waarom het belasten van de winsten van een kapitaalvennootschap een zaak van rechtvaardigheid is. In dit boek worden eerst de grondslagen van de vennootschapsbelasting en de hoofdregels van de wet besproken. Dat geeft een leidraad om vervolgens door te dringen tot de uitzonderingen die de hoofdstructuur van de wet compliceren. Daardoor raakt de lezer niet verstrikt in de complexiteit, maar zijn zelfs de meest gedetailleerde regels te begrijpen.