Architect Jan Sterenberg (1923–2000) werkte in de overgangsperiode van strakke wederopbouwwijken met rijtjeswoningen naar bloemkoolwijken met woonerven. Zijn bureau in Ter Apel was een van de grootste architectenbureaus van Nederland en bouwde tussen circa 1950 en 1980 tienduizenden woningen door het hele land, van de stadswijk Lewenborg in Groningen tot Buytenwegh de Leyens in Zoetermeer en stadsvernieuwing in Zwolle.
Sterenberg zag wonen als een activiteit en zijn ontwerpen moesten bewoners aanzetten tot creatief gebruik van de woning én haar omgeving. De woningen waren sober en functioneel; de groene omgeving bood plaats voor ontspanning en aan spelende kinderen.
De politiek actieve Sterenberg verkeerde met de bouwelite van Nederland, en was tegelijkertijd groot pleitbezorger van inspraak. Zijn opvattingen over wonen en nieuwe woonvormen werden erkend met een hoogleraarschap aan de TU Delft. Desondanks ging zijn bureau begin jaren 1980 roemloos ten onder.
Dit rijk geïllustreerde boek haalt het werk van de bevlogen pragmaticus Sterenberg uit de anonimiteit en plaatst het in zijn context. De problemen van destijds, zoals de grote vraag naar nieuwe woningen, de oplopende kosten en energiebesparing, zijn ook de belangrijke thema’s van nu. Groeikernen en woonmilieus toont de mogelijkheden en de beperkingen die een rol speelden bij de woningontwerpen van Sterenberg.