Van CRISIS naar crisis

Achterzijde
21,50
Vandaag besteld,
maandag verzonden
+
Bestel
ISBN: 9789462030923
Uitgever: Boekenbent, Uitgeverij
Verschijningsvorm: Paperback
Auteur: Redje Peer Joep Peer
Druk: 1
Pagina's: 310
Taal: Nederlands
Verschijningsjaar: 2012
NUR: Waargebeurde verhalen

In 'Van Crisis naar crisis' staan een groot aantal boeiende, aangrijpende, historische, maar ook veel grappige verhalen, die stuk voor stuk allemaal waar gebeurd zijn. Ze slepen je met een brede glimlach samen met ons door bijna tachtig turbulente jaren. We hebben dit boek recht vanuit ons hart geschreven, niets is bewust aangedikt of mooier voorgesteld dan de werkelijkheid is of was. Tip: lees er af en toe een paar voor het slapen gaan.

Uit het boek

In de Govert Flinckstraat op nummer 120 schuin tegenover ons was een Joodse banketbakker gevestigd. De bakker was een aardige man die de op straat spelende kinderen in het prille begin van de oorlog, soms bij zich riep om de koekkruimels uit te delen, die 'bij het afsnijden van de rand tot ronde taarten' overgebleven waren. Smikkelen op de stoep met korte broek en klompjes aan in zalige verrukking. Wat kan het leven van een kind mooi zijn. Of niet soms?

20 juni 1943 's nachts rond vier uur, glasgerinkel en geschreeuw: 'Dreksacke aufmachen, schnell, schnell.' Mijn ouders kwamen vanuit de achterkamer waar zij sliepen, voorzichtig naar het raam aan de straatkant om te zien wat er aan de hand was. Er sprongen Duitsers uit een overvalwagen die met hun geweerkolven inbeukten op de deur van de winkel, die angstig geopend werd door de bakker. Zelf sliep ik in het zijkamertje aan de straatzijde. Wakker geworden door het rumoer voegde ik me bij mijn ouders, die languit op de vloer lagen om niet ontdekt te worden, het kozijn was niet hoog. Wat ik toen zag met m'n bijna acht jaar was verschrikkelijk. De bakker werd als eerste met vuistslagen en harde klappen van de geweerkolven de vrachtauto ingewerkt. Al spoedig volgde de rest van het gezin met de moeder en twee meisjes waaronder Rosa, die rond de twaalf jaar oud was. Alle drie in witte nachtkleding. Rosa kreeg zoveel slaag dat ze het uitschreeuwde van de pijn. Mijn hart klopte als een razende, terwijl de afschuwelijke beelden die ik vlak voor mijn ogen aanschouwde, voor altijd in mijn geheugen werden geëtst. Het lieve meisje dat op straat vaak met ons meespeelde bij het hinkelen of touwtje springen, werd zomaar in elkaar geslagen en afgevoerd. Haar misdaad? Zij was een Joods meisje. Van het ene moment op het andere werd het stil op straat en leek het net of er niets gebeurd was in die 'prachtige' heldere juni nacht. Met betraande ogen zei mijn vader: ga maar weer naar bed Joep en dat deed ik. Nooit meer iets van Rosa vernomen.