Biogeomorfologie is een deel van de geomorfologie dat steeds meer in de aandacht komt. Uit literatuurstudie blijkt dat dieren direct sediment verplaatsen door holen en gangen uit te graven, door het op- en begraven van voedsel en door het vertrappelen van stenen en bodem. Daarnaast oefenen de dieren ook indirecte invloed uit op hellingsprocessen, door het sediment bloot te stellen aan erosie, door het verstoren van de vegetatie, door het beïnvloeden van de oppervlakkige afvloeiing, door creep te bevorderen en door het verminderen van de hellingstabiliteit. Enkele zoogdieren en hun geomorfologische activiteiten worden nader toegelicht. Goffers, grizzlyberen, grondeekhoorns, dassen en everzwijnen hebben door verschillende processen een bijdrage tot hellingsprocessen. Zoogdieren die permanent onder de grond leven, holen uitgraven en zoogdieren die gangen uitgraven op zoek naar voedsel blijken de grootste bijdragen te leveren. Op lange termijn hebben ze een aanzienlijke invloed op het reliëf.
MSc. Lennert Schepers en Prof. Dr. Jan Nyssen zijn lid van de vakgroep Geografie van de Universiteit Gent, België.
ISBN 9789461932211
Druk: Printforce, Alphen a/d Rijn