Franz Overbeck (1837-1905) was van 1870 tot 1897 professor in het Nieuwe Testament en de Oude Kerkgeschiedenis in Bazel. Zijn grotendeels onvoltooide en tot voor kort ongepubliceerde levenswerk was de compositie van een "profane kerkgeschiedenis" 'ohne Tendenz', zonder dogmatische vooroordelen.
De bekende theoloog Karl Barth schreef naar aanleiding van een in 1919 gepubliceerde bloemlezing uit Overbecks nalatenschap: 'Negenennegentig procent van ons predikanten zullen erdoor tot de ontdekking komen dat men helemaal niet zoiets als een "theoloog" kan zijn. Het is een gevaarlijk boek dat de lezer van alle Egyptische vleespotten wegroept, de woestijn in.'
In Bazel woonde Overbeck enkele jaren in hetzelfde huis als zijn collega Friedrich Nietzsche. Tussen hen ontstond een vriendschap die tot het eind - ook na Nietzsche's instorting in 1889 - heeft geduurd.
In 1994, bijna negentig jaar na zijn dood, is men in Bazel begonnen aan de uitgave van: "Franz Overbeck Werke und Nachlaß" (OWN). Er verschenen negen delen in elf banden.
Kees Kok (drs. C.G., 1948) is theoloog en liturgist. Sinds zijn afstuderen aan de Katholieke Theologische Hogeschool te Amsterdam, in 1980, is hij werkzaam voor de Stichting Ekklesia Leerhuis (voorheen Stichting Leerhuis & Liturgie) en lid van het liturgisch team van de Ekklesia Amsterdam (voorheen Amsterdamse Studentenekklesia). Kok schreef en redigeerde, naast talloze tijdschriftartikelen over uiteenlopende onderwerpen, boeken over liturgie, onder andere over de liturgische poëzie van Huub Oosterhuis, waarvan hij ook veel in het Duits vertaalde.