Nadat de militairen in het vak Wons de strijd moesten staken trokken zij terug naar Makkum met de bedoeling om per schip het IJsselmeer over te steken. Echter alle schepen waren weg en zij trokken te voet in zuidelijke richting alwaar zij ter hoogte van het dorpje Gaast krijgsgevangen werden gemaakt. De sergeant S.T. Hofstra beschrijft in zijn dagboek zijn ervaringen vanaf de aankomst in Makkum, het krijgsgevangen gemaakt worden door de Duitsers en zijn transport naar en verblijf in het Duitse krijgsgevangenkamp Stalag IIIa bij Luckenwalde zuidelijk van Berlijn.Na terugkeer uit krijgsgevangenschap benaderde hij door middel van een rondzendbrief zijn niet naar Duitsland afgevoerde sectiegenoten om hun belevenissen te ervaren. Velen waren nog als krijgsgevangene afgevoerd naar Groningen terwijl ook een aantal zich aan krijgsgevangenschap wist te onttrekken door in burgerkleding het gebied te verlaten. Het dagboek maar ook de brieven schetsen een duidelijk beeld van de diverse ervaringen na afloop van de strijd in het vak Wons van de Wonsstelling.