Op Goede Vrijdag 1945 vertrok het jeugdbataljon van de 27. Freiwilligen Waffen-SS-Grenadierdivision 'Langemarck' vanuit de Lüneburger Heide naar het front. Een groot deel van de manschappen bestond uit Vlaamse jongens van zestien- en zeventien jaar. Bij hun afscheid kregen ze van de plaatselijke bevolking elk een zakje met paaseieren mee. De piepjonge soldaten waren allerminst voorbereid op wat komen zou. Nabij de stad Prenzlau werden de Vlaamse kindsoldaten als kanonnenvoer in de strijd geworpen. Velen bekochten hun inzet met hun leven.Aan de hand van getuigenissen en documenten reconstrueerde auteur Pieter Jan Verstraete het korte bestaan van het Jugendbataillon Langemarck.