In juni 1944 lanceerde het Rode Leger in het centrum van het Oostfront zijn grote zomeroffensief. In een mum van tijd werden de zwakke Duitse stellingen doorbroken. Meteen en in totale improvisatie werden versterkingen naar het front gezonden. Uit de al zwaar aangeslagen Waffen-SS-Stormbrigade Langemarck werd in allerhaast een gevechtseenheid samengesteld. Deze Kampfgruppe werd naar het front aan de Ests-Russische grensrivier Narva gezonden, waar al talrijke Europese, ook Nederlandse, SS-vrijwilligers vochten. Tussen 26 en 29 juli 1944 bemande de Vlaamse strijdgroep een van de heuvels van de Blauwe Bergen, ten westen van Narva. Ondanks verwoede Sovjet-aanvallen hielden de Vlamingen stand. Voor het eerst en het laatst werd een gevechtseenheid geleid door een Vlaamse officier: Georges d’Haese.