Op 22 september 1914 gingen tussen 06.20 uur en 07.55 uur vlak
voor de Scheveningse kust drie Britse kruisers ten onder, de Aboukir, de
Hogue en de Cressy. Met hen verdwenen 2200 mannen in de golven.
Bijna 800 werden gered, maar ruim 1400 verdronken. De veroorzaker
was een eenvoudige Duitse onderzeeboot, de U9. Voor de Duitsers was
dit een enorme opsteker aan het begin van de oorlog. Bij de Britten
kwam het aan als een mokerslag, de grootste klap ooit toegebracht
aan de onoverwinnelijk beschouwde Royal Navy.
De auteur heeft na jarenlang onderzoek een buitengewoon
toegankelijke reconstructie van dit drama geschreven dat u kunt lezen
in deze nieuwste druk.