André Roes beschrijft het getourmenteerde leven van Dickens, zijn
traumatische jeugd, zijn relatie met vrouwen, zijn ongelukkige huwelijk,
zijn rusteloosheid, maar ook zijn spectaculaire succes als schrijver en
zijn activiteiten als sociaal hervormer.
Verder gaat de auteur uitvoerig in op het kunstenaarschap van Dickens,
en laat hij Dickens in zijn teksten herleven.
Ook komen Dickens' sociale en politieke inzichten en de actualiteit
hiervan aan de orde. Hij bestreed een rigide liberaal-economisch
marktdenken - eendimensionaal, zonder enig menselijke compassie -
dat vrijheid en rijkdom opeiste voor de ene helft van Engeland en het
andere liet creperen.
De constante in het werk van Dickens is de menselijke waardigheid. Het
laatste hoofdstuk, dat vertrekt vanuit de Christmas Carol, laat Dickens
zien als een bestrijder van een verzuurd, vreugdeloos en neurotisch
christendom. Het christendom van Dickens kiest voor het geluk van
de mens, voor de compassie en de barmhartigheid, en belijdt een
onverwoestbaar geloof in de uiteindelijke overwinning van het goede.