Hugo Claus, de ongevenaarde literaire tovenaar, is zijn hele leven ook een hartstochtelijk schilder en tekenaar geweest. Zijn nalatenschap als beeldend kunstenaar telt zeker driehond werken en beslaat meer dan vijf decennia. Claus maakte deel uit van de Cobragroep en hield in 1956 zijn eerste eenmanstentoonstelling in gallerie Taptoe in Brussel. Nadien volgden exposities in vele landen. Hij raakte bevriend en voelde verwantschap met kunstenaars als Pietrre Alechinsky, Roger Raveel, Asger Jorn, Karel Appel, Corneille en Constant. Als kunstenaar was Claus bij perioden zeer productief. Hij maakte honderden tekeningen en schilderijen, maar vernietigde er in de loop der jaren ook vele van. In dit schitterende boek is een groot deel van zijn overgebleven plastisch werk bijeengebracht. Het verschijnt bij de grote expositie die het museum Mu.zee in Oostende aan Hugo Claus als beeldend kunstenaar wijdt. Het boek bevat indringende, diepgravende en persoonlijke essays van Jef Lambrecht, Remco Campert en Rudi Fuchs - teksten die, in combinatie met het boeiende, kleurrijke werk van Claus, deze uitgave tot een veelomvattend en tijdloos retrospectief van een rijk en onnavolgbaar kunstenaarschap maken.