De aanslagen van 11 september 2001 veranderden de wereld. Vrijwel onmiddellijk ontstonden er complottheorieën, die de officiële verklaring van de dramatische gebeurtenissen verwierpen. Twintig jaar later oefenen die theorieën nog steeds een grote aantrekkingskracht uit op zeer veel mensen. Konden de terroristen wel een vliegtuig besturen? Reageerde de luchtverkeersleiding niet verdacht traag? Misschien gebruikte de Amerikaanse overheid wel zelf explosieven om de Twin Towers gecontroleerd te laten instorten? En wat met WTC7?
Wat moeten we nu van dergelijke beweringen maken? Zit er enige grond in bepaalde complottheorieën? En waarom blijven ze zo vaak circuleren? In dit boekje gaat Brecht Decoene op zoek naar de oorsprong en de aantrekkingskracht van alternatieve verklaringen voor 9/11. Decoene verdiepte zich de afgelopen tien jaar grondig in de zogenaamde 9/11-truthersbeweging. Hij beschrijft de complotkringen die ontstonden na de aanslagen en de figuren die daarin centraal staan. Decoene houdt de populairste complotversies kritisch tegen het licht, beoordeelt ze op hun onderlinge consistentie en legt uit hoe men hun waarheidsgehalte rationeel kan inschatten.