Wij zijn omringd door water en bestaan zelf voor een groot deel uit water. Niemand ontkent dus het belang van water. Toch gaan we er onverantwoordelijk mee om. Onze zeeën en oceanen worden er niet bepaald gezonder op en ook op het land zijn er tal van problemen met water. Een van de oorzaken is dat we diep in ons hart water niet pluis vinden. We koesteren een diep wantrouwen ten aanzien van alles wat zich op of aan het water afspeelt. Om deze houding ten opzichte van water te begrijpen moeten we nagaan welk effect water op ons uitoefent en wat wij met water doen.
In dit magistrale boek onderzoekt René ten Bos hoe onze verhouding tot water zich weerspiegelt in ons denken. Hij signaleert een voorkeur voor droogte die haar wortels vindt in het denken van Socrates, Plato en Aristoteles. Sinds die tijd zijn de meeste filosofen op zoek naar de vaste grond en doen politici en beleidsbepalers het liefst aan watermanagement. Ten Bos vindt dit allemaal veel te droog en neemt zijn lezer mee op een fascinerende zoektocht naar een waterig denken, dat niet alleen hier en daar in de filosofie aanwezig is, maar ook in de wetenschappen.
René ten Bos (1959) is hoogleraar filosofie aan de Faculteit der Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij is tevens honorary professor aan de universiteit van St Andrews in Schotland en columnist van Het Financieele Dagblad. Van zijn hand verschenen eerder bij Uitgeverij Boom onder meer: Het geniale dier (2008) en Stilte, geste, stem (2011).