Vijf dagen had het Duitse leger nodig om het Nederlandse leger op de knieƫn te krijgen. Waarom duurden de gevechten in mei 1940 niet langer? Mei 1940 kan met recht een standaardwerk worden genoemd over de belangrijkste strijd uit de geschiedenis van het Nederlandse leger.
Voor de snelle nederlaag van het Nederlandse leger na de Duitse inval waren altijd plausibel klinkende verklaringen voorhanden: de bondgenoten hadden het erbij laten zitten, het zou een ongelijk gevecht zijn geweest met een veel grotere, beter bewapende krijgsmacht, die bovendien gebruikmaakte van regelrechte terreur, zoals het bombardement van Rotterdam bewees. De werkelijkheid was gecompliceerder, zoals Mei 1940 duidelijk maakt. Het Nederlandse leger was niet kleiner dan de invasietroepen, het werd niet door de geallieerden in de steek gelaten en de Duitse militairen hielden zich in het algemeen aan het oorlogsrecht. Het bombardement van Rotterdam past niet in het rijtje terreurbombardementen.
Het werkelijke verschil, zo maken de militaire historici Amersfoort en Kamphuis duidelijk, was gelegen in training, organisatie en commandovoering.
Over de auteur(s):
Herman Amersfoort is hoogleraar militaire geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.
Piet Kamphuis is de grondlegger en de eerste directeur van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.