Het beheersen van de schooltaal is een voorwaarde om goed mee te kunnen doen op school. Buitenlandse kinderen die naar een Nederlandse school gaan, zullen hier dan ook tegen aan lopen. Voor hen is er De taaltrap. Deze methode is bedoeld voor anderstalige kinderen tussen de 8 en 12 jaar die Nederlands moeten leren. De kinderen leren woorden en zinnen die te maken hebben met naar school gaan, zodat ze snel en goed kunnen aansluiten in de klas.
De taaltrap bestaat uit een werkboek dat bestaat uit twee delen. Het eerste deel bestaat uit twintig lessen en is bedoeld voor kinderen tussen acht en tien jaar. Er worden onderwerpen behandeld die goed aansluiten bij de belevingswereld van anderstalige kinderen die voor het eerst in Nederland naar school gaan, van tellen, het alfabet, kleuren en klokkijken tot dieren, vervoer, familie en natuurlijk onderwijs.
Het tweede deel bestaat ook uit twintig lessen die voortborduren op die uit het eerste deel. Deze lessen zijn bedoeld voor kinderen tussen tien en twaalf. Deze lessen bieden iets meer en moeilijkere woorden en oefeningen. De Nederlandse grammatica komt in dit deel ook aan de orde. Op de bijgesloten cd staan de audiofragmenten.