Er zijn altijd al mensen geweest die andere mensen bijstaan. Door de eeuwen heen hebben zij dat onder allerlei namen gedaan. In de jaren negentig was iedereen consultant en nu is iedereen coach. Maar coaching lijkt over zijn hoogtepunt heen te zijn. De naam waaronder mensen, die andere mensen bijstaan, de komende tien jaar bekend zullen staan, is "trainer". Hoe je het ook noemt, er zullen altijd mensen blijven die andere mensen helpen. De verwachtingen van deze hulp is echter zo laag dat niemand het daadwerkelijk over oplossingen voor problemen heeft. De gemiddelde coach van de afgelopen tien jaar hield iemands hand vast, bood hem veiligheid en hoopte dan maar dat de problemen vanzelf over gingen. Het idee dat je naar iemand toe kan gaan en dat die ander jou dan helpt om een concreet antwoord te vinden op de vraag "Hoe kom ik van de problemen af?" komt niet in mensen op.
En dat terwijl dat antwoord er wel is. Naast het legioen middelmatige coaches en trainers dat ons land bevolkt, is er ook die ene trainer/coach op de honderd die zo bijzonder is dat je aan zijn coaching en training daadwerkelijk wat hebt. Dit boek is voor hem geschreven. Het is een vertaling en bewerking van Friedrich Nietzsche's "Also Sprach Zarazustra" gesitueerd in het trainings- en coachingswereldje van vandaag de dag. Het is een stevig pleidooi voor alle bijzondere trainers en coaches om de krachten te bundelen, de Übercoach tot doel te stellen, de oude waarden en normen der middelmatigheid omver te schoppen en nieuwe waarden en normen voor de toekomst te scheppen.