Depok, de droom van Cornelis Chastelein vertelt de vrijwel onbekende geschiedenis van een bijzondere indische gemeenschap, de Depokkers. Een verhaal dat 300 jaar geleden begint wanneer de hoge VOC-beambte Cornelis Chastelein (1657-1714) zijn landgoed Depok bij testament nalaat aan zijn slaafgemaakten. Deze 150 mensen kregen na zijn dood hun vrijheid, het landgoed, kapitaal en goederen. Het was Chasteleins wens dat de depokkers een landbouwkolonie op christelijke grondslag zouden stichten en in hun eigen onderhoud konden voorzien. Het boek volgt het wel en wee van deze gemeenschap tot de dag van vandaag.
Meer dan 200 jaar hielden de Depokkers zich staande in het koloniale Nederlands-Indië. Een sterke associatie en verbondenheid met het Nederlandse gezag gaf hen eerst de wind in de rug maar keerde zich tijdens de Japanse bezetting en nog sterker tijdens de strijd voor de onafhankelijkheid tegen hen. Met als dieptepunt de gruwelijkheden tijdens de Bersiap van oktober 1945 tot begin 1946, toen Depok het doelwit werd van extremistische nationalistische jeugdbendes.
Dit geweld luidde het einde van Depok in. Velen voelden zich niet meer veilig na de onafhankelijkheid van indonesië in 1949 en emigreerden noodgedwongen naar Nederland en de Verenigde Staten. Het landgoed werd in 1952 opgeheven. En de Depokkers die bleven hielden weinig meer over dan hun huis en erf. Maar de veerkracht van de gemeenschap heeft door de eeuwen heen een hechte onderlinge band gecreëerd, die niet alleen binnen Depok maar waar ook ter wereld voelbaar is.