Dit boek beschrijft oorlog en bevrijding in Den Haag, gezien door de ogen van een kind, een meisje dat drie jaar was toen de oorlog uitbrak. Ze is open en argeloos, ze aanvaardt dingen zoals die zijn. Ze kijkt en luistert. Als ze woorden niet kent (onderduiken, moffenmeid) vraagt ze naar de betekenis, maar de reikwijdte van die begrippen beseft ze niet. De herinneringen zijn helder, beeldend en licht. De historische foto’s geven het boek een bijzondere waarde.
Marijke Harberts (1936) studeerde Nederlands in Leiden en gaf les op een middelbare school in Amsterdam. In de jaren ‘70 was ze actief in de vrouwenbeweging en publiceerde Eerlijk gezegd (1974), interviews met ‘gewone’ vrouwen. Ze schreef Afscheid van Joke Smit (1987) over Jokes laatste levensjaar, Doezamand (1993) over vrouwelijke studenten in Leiden in de vijftiger jaren en Doe effe normaal, juf (2000) over school. Ze publiceerde twee dichtbundels: De dingen zijn gebleven (2011) en Misschien een toverhazelaar (2018).
Bij het verschijnen van het boek bereikte ons het droevige bericht dat Marijke Harberts onverwacht is overleden.