Den Haag heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar geleden. Het oorlogsgeweld heeft duizenden slachtoffers
geëist, de Joodse gemeenschap werd gedecimeerd en vele inwoners doorstonden de Hongerwinter niet. Ook door de luchtoorlog boven de stad vielen vele doden op Haags grondgebied. De luchtaanvallen, beschietingen, bombardementen, neerstortende vliegtuigen en V2-raketten hebben enorme schade in de stad aangericht en groot menselijk leed veroorzaakt.
Al in de jaren dertig van de vorige eeuw nam de gemeente Den Haag voorbereidende maatregelen ter bescherming
van de inwoners. Met de oorlogsdreiging aan de landsgrenzen werden ook veel Haagse burgers actief in de Luchtbeschermingsdienst of in de Haagse afdeling van de Vereeniging voor Luchtbescherming.
Op 10 mei 1940 vielen Duitse troepen Nederland binnen en begon de luchtoorlog boven Den Haag. De Haagse
bevolking kreeg niet alleen te maken met Duitse bombardementen, maar ook met die van geallieerde zijde.
Hoewel de bombardementen gedurende de gehele oorlog plaatsvonden, raakte de stad vooral vanaf september 1944
door luchtaanvallen zwaar gehavend. In die maand begon een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de oorlog.
Toen startten de Duitsers vanaf grondgebied in de Haagse regio met de lancering van V2-raketten gericht op
Londen. Mislukte lanceringen en de aanvallen van geallieerde vliegtuigen op V2-locaties zorgden voor de
verwoesting van delen van de stad.
Met de wederopbouw van Den Haag eindigt het boek.
Oorlog in de lucht – Den Haag 1940-1945. Bescherming, oorlog en wederopbouw is geschreven door
Henk Ambachtsheer, hoofd Monumentenzorg en Welstand, en Corien Glaudemans, wetenschappelijk medewerker
van het Haags Gemeentearchief.