Veel benaderingen van waanzin zijn negatief: ze benadrukken wat waanzin niet kan en reduceren hem tot een defect. De Franse filosofen Gilles Deleuze en Félix Guattari verwerpen deze eenzijdigheid. De waanzin is tot veel meer in staat, hij probeert zichzelf te redden en kan dus antwoorden op de problematiek die hem bestookt.
In Hoe schizofrenie zich redt onderzoekt Paul Moyaert hoe de waanzin in staat is zich te verweren en of dat verder gaat dan alleen zelfverdediging. Zorgt schizofrenie voor gedrag dat meer is dan het gevecht aangaan met het leven? Deze benadering betekent niet dat je waanzin romantisch ophemelt, maar wel dat je probeert signalen op te vangen van een leven dat schizofrenie boven een loopgravengevecht kan uittillen. Die signalen zijn er wel degelijk.
Deleuze en Guattari plaatsen ook vraagtekens bij hoe de psychoanalyse waanzin in kaart brengt. In deze discussie speelt de intrigerende notie ‘lichaam zonder organen’ een belangrijke rol. Hoe schizofrenie zich redt wil niet alleen tot een beter begrip van een schizofrene problematiek komen, maar tegelijk een therapeutisch perspectief bieden: hoe kunnen we waanzin gezonder maken?