In zeventig jaar tijd verloren de bewoners van historisch Palestina de beschikking over veruit het grootste deel van hun land. Dit verlies en de wijze waarop het zich voltrok, had niet plaatsgevonden als Israël zich had
gedragen in overeenstemming met het internationaal recht. Oud-premier Dries van Agt trekt zich het lot van het onderdrukte Palestijnse volk al lange tijd aan en vraagt in een indrukwekkend pleidooi nog eenmaal
aandacht voor de flagrante schendingen van elementaire mensenrechten in de bezette gebieden.
De staat Israël heeft volop recht van bestaan, in welzijn en in veiligheid, maar het land moet zich wel fatsoenlijk gedragen, jegens allen die er wonen en jegens zijn buren. De Palestijnse zaak mag niet worden
‘weggesmeten op de vuilnisbelt van de geschiedenis’.