De poëzie in de 21e eeuw leeft volop. Iedere week kun je wel ergens dichters zien en horen optreden, de jaarlijkse Gedichtendag is veranderd van één dag naar één week en zonder stads- of dorpsdichter is een gemeente niet langer compleet. Maar wie bevolken eigenlijk het poëzielandschap? In dit boek, Dichters van het nieuwe millennium, maakt de lezer kennis met 24 uiteenlopende dichters uit Nederland en Vlaanderen die in dit millennium debuteerden. Welke wereld scheppen zij, hoe verhouden ze zich tot de taal en op welke manier geven ze hun dichterschap vorm? Of het nu gaat om de voormalige Nederlandse Dichter des Vaderlands Ramsey Nasr of jong talent Maarten van der Graaff, om de humor en het absurdisme van de Vlaamse dichter Delphine Lecompte of de witte fuckende konijnen van Els Moors, om het teksttheater van Tjitske Jansen of het retorische spel van Geert Buelens: de actuele Nederlandstalige poëzie wil de wereld in. Dit boek toont poëzieliefhebbers en studenten hoe ze de poëzie van vandaag kunnen lezen: in 24 hoofdstukken gaan literatuurwetenschappers in op de thema's en vormkwesties die de oeuvres van de dichters van 21e eeuw bepalen. De beschouwingen gaan vergezeld van telkens één gedicht, zodat lezers worden aangespoord mee te analyseren.