Velen kennen Slavoj Žižek door zijn snedige interventies in de politieke discussie of als 'academische rockster'. Daarbij wordt soms vergeten dat hij een belangrijk filosoof is die in dialoog met de grote denkers uit de geschiedenis een filosofische antropologie heeft ontwikkeld. Daarin verschijnt de mens steevast als een onverbeterlijk ideologisch dier, blind gefascineerd door de macht waaraan hij is onderworpen, maar ook als een subject dat, in 'diabolische' vrijheid, zijn eigen lot kan bepalen. In Tussen blinde fascinatie en vrijheid onderzoekt Frank Vande Veire de wijze waarop Žižek vanuit een eigenzinnige interpretatie van Jacques Lacans psychoanalyse en Immanuel Kants filosofie tot zijn mensbeeld is gekomen.