In Minima Moralia behandelt Adorno centrale vragen uit de levenskunst en de levensfilosofie. De titel is een zinspeling op Magna Moralia, een van Aristoteles' werken over ethiek. Adorno schreef deze 153 zeer persoonlijke mini-essays tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen hij in ballingschap was in de vs. Hij plaatst vraagtekens bij de mogelijkheid van een 'goed leven' na de verschrikkingen van de eerste 45 jaar van de twintigste eeuw. Soms vormen ze een diepzinnige analyse van wat er mis is met de laatkapitalistische maatschappij, dan weer zijn het poëtische bespiegelingen vol nostalgisch verlangen naar het verloren geluk.
De antwoorden die Adorno geeft zijn origineel en ontnuchterend. Hij laat zijn lezers echter niet zonder hoop achter. Minima Moralia heeft door zijn stilistische vorm en dankzij Adorno's briljante denkkracht de klassieke status verkregen van een filosofisch-literair juweel.