Het tweede kabinet Rutte, een onwaarschijnlijke combinatie van de tegenpolen vvd en PvdA, werd tegen alle verwachtingen in het langst zittende sinds de oorlog. En midden in een financieel-economische crisis voerde het ook nog eens grote hervormingen door die geen regering daarvoor had aangedurfd: verhoging van de aow-leeftijd, verlaging van de hypotheekrenteaftrek, vervanging van de basisbeurs door studieleningen en overheveling van de langdurige zorg naar de gemeenten.
De economie trok aan, maar bij de verkiezingen kreeg de coalitie het lid op de neus: de vvd verloor 8 zetels en de PvdA maar liefst 29. Wat ging er mis? Wilma Borgman en Max van Weezel interviewden alle ministers en een groot aantal staatssecretarissen uit het kabinet-Rutte/Asscher, oppositiepolitici die met hen onderhandelden en wetenschappers die hun verrichtingen gadesloegen. Aan de hand daarvan schetsen ze het portret van een hecht team van harde werkers, dat bereid was persoonlijke en politieke offers te brengen omdat het land door de crisis moest worden geloodst. Ze rekenden erop daarvoor te worden beloond. Maar anno 2017 hadden de kiezers andere zorgen.