Zwolle, 1859. Als de jonge Jeannette Pruimers, geboren barones van Dedem, moeder van een dochtertje, weduwe wordt, vindt ze troost bij dominee Johannes Gerrit van Rijn, getrouwd en vader van drie, later vier kinderen. Hij bezoekt haar veelvuldig, ook 's avonds laat. Dat leidt tot opspraak in de stad - en zelfs in het hele land, als in de zomer van 1863 het bericht de ronde begint te doen dat de weduwe in Zuid-Frankrijk een tweede kind heeft gekregen. De barones en de dominee, die alles ontkennen, krijgen het zwaar te verduren.
De schoonvader van de barones, een puissant rijke zakenman, wil zijn schoondochter onterven en haar de voogdij over zijn kleindochter ontnemen. Haar eigen familie gooit haar hardhandig uit het nest. De vrouw van de dominee blijft geloven dat de verhouding tussen haar man en de barones zuiver geestelijk is. Multatuli neemt het in een schotschrift op voor de weduwe. Uiteindelijk komt het tot een dramatische rechtszaak. De barones en de dominee ontvluchten Zwolle.
Wim Coster volgde hun sporen en stuitte op een familietragedie. Via brieven, testamenten, procesdossiers en krantenberichten reconstrueerde hij deze geschiedenis en kwam hij nog levende nazaten op het spoor. Zijn meeslepende verhaal, dat zich afspeelt in Zwolle, Salland, Zuid-Frankrijk, Zwitserland, Zuid-Engeland en Amerika, laat zien hoe oordeel en vooroordeel, recht en onrecht de verschillende levens een beslissende wending gaven.