Schrijven is niet alleen intuïtie gebruiken en talent uitbreiden, maar het is ook kunst. Het gaat dan over de kunst van het schrijven. Tegelijkertijd is het een ambacht, want voor het uitoefenen van een vak als taalkunstenaar heb je nu eenmaal vaardigheden nodig. Ik ben het afgelopen jaar in de huid gekropen van een interviewer en ik heb met de volgende vijftien schrijvers uitvoerig gesproken: Nicolien Mizee, Kees van Beijnum, Jan Brokken, Nelleke Noordervliet, Martin Michael Driessen, Thomas Verbogt, Mensje van Keulen, Wanda Reisel, Roos van Rijswijk, Alexander Münninghoff, Kristien Hemmerechts, Herman Koch, Jaap Robben, Lieve Joris en Sanneke van Hassel. Al eerder heb ik in 2003 een ontmoeting gehad met Han Voskuil. Een prachtig stel schrijvers dus!
Hoe ziet de gereedschapskist van de schrijver eruit of wat zijn de karakteristieken van zijn ambacht? Ik hoorde technieken en patronen van de werkwijze langskomen waarmee de schrijvers de beheersing over hun vak proberen te krijgen. Het gaat daarbij om het schrijfproces, de kracht van de verbeelding, de uitdieping van personages, de verhaallijn, de dialogen en het ritme in het verhaal.