Kinderen leren op school rekenen, om met allerlei soorten hoeveelheden, getallen, maten, verhoudingen en de bewerkingen daarmee, overweg te kunnen. Daarbij gaat het steeds eerst om de aansluiting bij de voorkennis, die ze meebrengen en waarop ze verder moeten kunnen bouwen, om zich te ontwikkelen. Verder is het belangrijk dat zij de verbanden tussen getallen en bewerkingen gaan herkennen, zodat ze die steeds weer op eigen initiatief kunnen benutten. Daarbij is het belangrijk dat ze steeds weer ervaren hoe ze hun rekenvaardigheid, die ze op school steeds verder ontwikkelen, kunnen toepassen buiten de rekenlessen bij andere vakken en ook op allerlei plekken buiten de school. Dat is het echte doel van rekenonderwijs!
Dit vraagt een invulling van het rekenonderwijs in het primair onderwijs, die heel anders is dan veel teams in het po nog steeds gewend zijn. Het klassikaal volgen van een rekenmethode, waarin het alleen gaat om de juiste antwoordjes,
doet geen recht aan de uniciteit van elke leerling noch aan de actieve leerprocessen, die elke leerling op school inhoud en vorm moet kunnen geven. In dit boek wordt op welke manieren daaraan wel tegemoet gekomen kan worden.