"Wanneer men met anderen, hetzij mannen of vrouwen, spreekt over de wenschelijkheid van de invoering van vrouwenkiesrecht, dan wordt vrij spoedig toegegeven, dat althans de ongehuwde vrouw, die haar eigen brood verdient, aanspraak zou mogen maken op het bezit van het stembiljet. Laat mij er terstond bijvoegen dat men dan gemeenlijk het oog heeft op de vrouwen uit den beschaafden stand, die in eene ambtelijke betrekking, of in de z.g. vrije beroepen werkzaam zijn. De reden waarom men aan die categorie van vrouwen het kiesrecht zou willen geven, berust voor het grootste deel op het rechtvaardigheidsgevoel."