Een populist met een politiek programma voor zelfbeschikking van de provincie Friesland wordt gekozen in het Nederlandse parlement. Samen met een progressieve assistent strijdt hij voor de toekomstige onafhankelijkheid van een door hem verbeeld Utopia. Hij krijgt hierbij inzichten aangereikt van een nieuwe religie die recht tegenover zijn mens- en wereldbeeld staat. Deze kennis heeft hij hard nodig om de strijd tegen verwachte en onverwachte vijanden te winnen en zijn nieuwe perspectief op de werkelijkheid tot waarheid te verheffen. Het verhaal probeert de menselijke conditie en de sociale en politieke organisatie die daaruit voortvloeit te belichten. Om verder te kijken dan onze beperkingen gebruiken we niet onze zintuigen, maar onze dromen. We zien wat we willen zien en kijken waarnaar de ambitie ons wijst. Deze ambitie is slechts bevorderlijk voor ons welzijn als we voldoende controle hebben. Een dergelijke controle is slechts mogelijk bij de heerschappij van onze rationaliteit in de omgeving. De mens is een rationeel wezen, maar deze rationaliteit is slechts te vinden in het samenwerkingsverband dat controle over de omgeving heeft. De participatiedemocratie geeft deze controle.