In het najaar van 2010 verbleef Jan-Paul van Spaendonck zes weken in een kliniek, om te herstellen van burn-out, alcoholisme en depressie.
In de jaren daarna begon hij zijn herinneringen aan die relatief korte maar ingrijpende periode op schrift te stellen. Wat aanvankelijk een simpel chronologisch relaas was groeide, door de tijd die inmiddels was verstreken en de daarbij behorende reflectie, uit tot een complexere tekst. Met wisseling van perspectief en verteltijd en andere, meer speelse literaire kunstgrepen werd het manuscript veel meer dan het zoveelste verslag van een klinische opname. Het resultaat – 'Een klein verwend jongetje' – is een documentaire roman, of gefictionaliseerde autobiografie. Satire, diepgang, humor, lyriek - het zit er allemaal in.